Warmte

merel

De grote Caesar stierf, verging; wellicht,
Dat hier of daar zijn stof een muurspleet dicht;
Ach, dat het stof, eens als een god vereerd,
Thans als muurspecie wintervlagen keert!
William Shakespeare (1564-1616)

Wat gisteren nog een opmerkelijk fenomeen leek te zijn, blijkt toch structureler.

Natuurlijk – ik weet dat de koude onafwendbaar is. We leven in Nederland – natuurlijk. Maar na die maandenlange verwennerij met Zuid-Europese temperaturen is het best moeilijk om met de neus op de werkelijkheid gedrukt te worden. Voor mij wel, althans.

Voor Brrrr ook, trouwens. Al is zijn bezorgdheid meer op anderen gericht. De vogeltjes, bijvoorbeeld.

“Ik moet vetbolletjes kopen.” zegt ie. “Die arme beestjes hebben het al zo koud.”
Ik knik. Wat moet ik meer doen? Hij heeft in de eerste plaats gelijk. En in de tweede plaats weet ik dat het zinloos is om er tegenin te gaan. Praten over ‘natuurlijke selectie’ levert hooguit boze blikken op. En, och, waarom zou je strijden tegen het helpen van onze gevederde vrienden?

Daarom kon het zijn dat gisteren, een kwartier nadat Brrrr een aantal appels op het tuinhek had gespiest, een merel smakelijk zat te eten van het fruit.

“Kom es kijken.” fluisterde Brrrr. Ik kwam.
“Mooi hè?” Zijn ogen glansden.

[Ik keek naar hem. Mijn hemel, wat hou ik van hem.]

Standaard

3 gedachten over “Warmte

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.