Aan de rand

merel
Het is door wat wij zijn en door wat wij doen dat er geen hoop meer is. Wij hebben de hoop gedood. José Saramago (1922-2010)

“Koekoek.” zei collega W in de vergaderruimte. Hij grinnikte alsof ie zichzelf ’n goede grap had verteld. Aan de andere kant van de tafel zat collega L, die door ’t woord leek te ontploffen.

“Hou toch op, man!” riep ie waarop W alleen nog maar meer begon te lachen.

“Wat is d’r eigenlijk aan de hand?” vroeg ik. W zette z’n bril af en wreef door z’n ogen.

“Nou,” zeidie, “L woont heel mooi aan de rand van ’n park. Maar hij is niet de enige die ’t daar zo mooi vind.”

“Die rottige beesten beginnen al te koekoeken wanneer ’t gaat schemeren.” brieste L. “En dat gaat de hele nacht door: Koe! Koek!” Dat laatste schreeuwde die d’ruit.

[“’t Seizoen begint binnenkort weer.” knikte W.]

Standaard

Een gedachte over “Aan de rand

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.