|
“Haal jij even de spiegel uit de kelder?” vroeg Brrrr. “Dan leg ik daar dadelijk de zalm op.”
“Spiegel?” echode ik. “Kelder?” Brrrr draaide het vuur uit onder de rookoven.
“Hij is niet zo groot.” stimuleerde hij geduldig.
“De kelder?” sufte ik met halfopen mond. “Of de spiegel?”
“Allebei.” zei Brrrr. “En de spiegel staat op het witte kastje.”
“Het witte kastje?”
“Laat maar.” gaf Brrrr op. “Ik pak ’m zelf wel.”
[Het is geen onwil, hoor. Misschien gewoon een slechte dag. Of misschien nog niet vastgesteld autisme.]
Vanwaar de spiegel? Wilde de zalm zien hoe lekker hij eruit zag?
{Mowl: suffie! Hij had toch helegaar geen oogjes meer.}
Wist je wel dat je een kelder had?
{Mowl: dat toch wel.}
Ach ja, gelukkig was de wil om te helpen er volledig… toch?
…toch??
{Mowl: ik ben altoos gewillig.}