|
De man keek door de ruit naar binnen in ’t huis, waar verbouwd werd en gerestaureerd.
“Dat wordt mooi.” vond de man.
“Ik zou hier nog niet voor niks willen wonen.” schamperde de vrouw die blijkbaar bij de man hoorde. Ze stapte woest verder, op de voet gevolgd door een ijverig bijbenend jongetje.
“Wat ’n achterlijk gehucht!” spoog ze.
“Boeren!” riep ’t kind.
[De man haalde z’n schouders op toen ie me zag kijken. “Ach ja.” zei hij en liep toen ’t tweetal achterna. Ik had met ’m te doen.]
Ze woont nu waarschijnlijk heel erg goedkoop.
{Mowl: kan zomaar.}
Leuk dat het zoontje nu al de eigenschappen van zijn moeder overneemt!
(p.s. ben weer Online!)
{Mowl: welkom terug.}
Wat een snobistisch gebeuren.
{Mowl: ik was vergeten te vermelden dat ’t trio in trainingsbroek en legging was gekleed.}
Wat deed jij in ’s hemelsnaam in een achterlijk boerengehucht?
{Mowl: werken.}
Ach ja sommige mensen vinden zichzelf zo geweldig.
{Mowl: belachelijk natuurlijk. Zeker wanneer ze mij niet zijn.}