Ik kreeg een meisje aan de telefoon.
“Met wie spreek ik?” wilde ik weten. Ze gaf haar naam en dat van het bedrijf waarvoor ze belde en begon over de voordelen van kredieten. Ik hoorde een giecheltje.
“Wacht even.” onderbrak ik haar. “Wie zei u dat u bent?” Het meisje herhaalde wat ze al had gezegd.
“O, u wilt me een lening aansmeren.” besloot ik. Het meisje protesteerde.
“Nee nee, meneer.” deed ze.
“Kom dan maar snel ter zake.” zei ik een beetje bot. Duidelijk te bot voor het meisje.
“Nou meneer,” zei ze op een plotseling onderkoelde toon – het giecheltje was helemaal verdwenen – “ik had u het een en ander willen vertellen over dit en dat, maar ik geloof dat dat geen zin meer heeft. Goedendag.” En ze verbrak de verbinding.
[Het idee dat zelfs een callcenter me niet de moeite waard vindt om te spreken, stak. Ik overwoog nog even om terug te bellen, maar het meisje bleek een geheim nummer te hebben. En haar naam en dat van het bedrijf had ik echt niet goed verstaan. Verdikkie.]
Een modern callcentre kan beter een reactie achterlaten op jouw blog.
{Mowl: zodat ik tenminste steeds ’t laatste woord heb?}
Yes, I’m afraid I do.
{Mowl: o. Werkelijk?}
Dat lampekapje staat scheef!
{Mowl: jou ontgaat ook niks.}
De sport is om ze zo lang mogelijk aan de praat te houden om dan uiteindelijk niets van ze te kopen 🙂
{Mowl: dat laatste is gelukt.}
Precies, of zeggen dat het voor Brrrr is en hem erbij roepen (niet echt) en de hoorn er naast laten liggen. En laat ze dan maar wachten…
{Mowl: wat gemeen. Had ik kunnen zeggen.}
Echt het toppunt van een paria als zelfs de callcenters je niet meer te woord willen staan, haha… 🙂
(Laat de volgende keer Brrrr maar weer opnemen)
{Mowl: Brrrr houdt niet van telefoneren.}
Dan ben je pas echt opgegeven…
{Mowl: dat vrees ik ook.}
A short fuse gives often trouble.
{Mowl: je bedoelt mij toch niet, wel?}
Voortaan iets vriendelijker zijn dus:-)
{Mowl: ik heb mijn slechte dagen.}