Bijna-dag

Wij zijn verschijningen. Wij zijn nooit wat de anderen denken dat wij zijn. Hugo Claus

Wij zijn verschijningen. Wij zijn nooit wat de anderen denken dat wij zijn. Hugo Claus

“O nee hè.” kreet M. Ze wees fronsend naar het boodschappentasje dat ze net van de drogist had gekregen.

“Wat?” vroeg ik.

“Zeg me dat het nog niet zover is.” zei ze.

“Wat?” deed ik nog eens.

“Dit.” wees ze naar de opdruk op het tasje. Vergeet Moeder Niet las ik.

“Moederdag is in mei.” zei ik. “De tweede zondag in mei.”

“Weet je dat zeker?” vroeg ze. Ik knikte. Ze zuchtte terug.

“Ik trap daar ieder jaar weer in.” zei ze. “Dan is er eerst niks aan de hand, totdat ik van de één of andere winkel een waarschuwing op zo’n tasje krijg. En dan raak ik helemaal in paniek.” Ze keek me aan.

“Maar ik heb dus nog even?” vroeg ze voor de zekerheid.

“Ruim twee weken.” knikte ik bemoedigend.

“Waarom laten ze me niet met rust?” vroeg ze, “Gewoon één jaar doen alsof er niks aan de hand is.”

Standaard

3 gedachten over “Bijna-dag

  1. Daar hoeft ze niet van in paniek te raken, want met al die reclamefoldertjes kun je er echt niet omheen. Of heeft ze een NEE-NEE sticker?

    {Mowl: ze liep gewoon los buiten.}

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.