|
We stonden voor het raam toe te kijken hoe Overbuurjongen een grote gele koffer zijn huis uitsleepte.
“Heb je dat verhaal gehoord van die man die is vermoord en in stukjes gehakt?” vroeg ik zo argeloos mogelijk. Brrrr knikte. Samen zwegen we terwijl Overbuurjongen zwoegde om zijn valies naar zijn auto te manoeuvreren. Hij deed de achterbak open.
“Die jongen, die gisteren bij hem op bezoek was?” begon ik.
“Wat is daarmee?” aarzelde Brrrr.
“Heb je die nog zien vertrekken?”
Langzaam schudde Brrrr zijn hoofd. Op dat moment keek Overbuurjongen onze kant op. Hij sloeg de achterklep dicht en zwaaide breed grijnzend. We zetten ons gezicht in de huichelstand en zwaaiden even vrolijk terug. Overbuurjongen stapte in de auto en reed weg.
“We moeten hem maar es uitnodigen.” zei Brrrr. Ik knikte.
“Aan een vriendelijk gebaar is nog nooit iemand doodgegaan.” zei ik. Brrrr fronste bij het horen van mijn woordkeus.
[Misschien is Overbuurjongen wel gewoon op vakantie. Een grote gele koffer kan daar een aanwijzing voor zijn. En bovendien is het er de tijd van het jaar voor, zullen we maar denken.]
Ik ga voor de moordversie. Tegenover de politie verklaarden de homo-overburen: “Het leek zo’n aardige jongen.”
{Mowl: maar wel met een gele koffer.}
….en dan gaan jullie hem uitnodigen…….
slijp de messen!!
scherp de zwaarden!!
Met z’n tweeën tegen een; helden!
{Mowl: wat bloeddorstig.}
Twee zielen, 1 gedachte. Overbuurjongen moet wel een koelbloedige moordenaar zijn…
{Mowl: wie gaat er nou ook met een koffer op stap?}