“Heb je doorgetrokken?” vroeg ik.
Collega I, met wie ik op ’n Bedrijfsdag in A was, schrok toen ze, teruggekeerd van een bezoek aan de wc, mij met deze vraag op zich af zag gestormd. Ze bleef stilstaan in de deuropening.
“Huh?” zei ze. “Wah?” Ik was misschien wat te enthousiast geweest, begreep ik. Ze had net wat tijd voor zichzelf gehad. Daarom herhaalde ik de boodschap nog maar eens, maar dan rustiger.
“Of je hebt doorgetrokken.” zei ik. “Toen je naar de wc bent geweest.” De verwarring werd er niet minder op.
“Waarom?” fronste ze.
“Er zat een logo van een elektronicabedrijf op de knop.” onthulde ik. “Raar toch?” Ik kantelde mijn hoofd een beetje. “Heb je dat niet gezien?”
[Zonder te antwoorden stapte I langs me heen de ruimte in. Ze bleef naar me kijken, alsof ze iets niet begreep. Ze had haar dag misschien niet, dacht ik.]
Bedrijfsag? Had je toch maar die cursus Schrijven voor Internet gedaan…
{Mowl: of de d laten staan.}
Volgens mij heb je de “D” gemist bij BedrijfsDag.
{Mowl: oeps.}
ps : die meest rechtse tas op de foto vind ik wel een leuke.
{Mowl: kijk d’r maar rustig naar.}
Doortrekken doe je toch automatisch? Vind het antwoord ‘waarom?’ van je collega een beetje vreemd. Tenzij ze natuurlijk alleen maar haar handen wou wassen.
{Mowl: dan hoeft ze ook niet door te trekken.}
Is ook niet de meest normale vraag om aan je collega te vragen:-)
{Mowl: gelukkig. Ik hou niet van normaal.}