|
We zaten naar Moeders vogelboom te kijken. Da’s de Japanse hazelaar die is volgehangen met vetbollen en pinda’s en waar de vogels af en aan vliegen. Met ’n verrekijker en ’n vogelboek houdt Moeder de fladderaars in de gaten.
“Ze zeggen dat de mussen uitsterven.” onderbrak ze de stilte terwijl ze naar de sidderende takken wees. Tientallen exemplaren van de vermeend bedreigde soort deden zich te goed aan ’t bijvoer. “Maar hier toch niet.”
[’t Klonk bijna triomfantelijk. En dat mocht ook wel: Moeder die in heur eentje de wereld voor de ondergang van de mus heeft behoed.]
Je moeder is een goed mens
{Mowl: je hoort van mij niks anders.}
Wel wat grote hapjes voor dat kleine meesje. Of is dat een kunstvogeltje?
{Mowl: ’t is ’n neppertje.}
Ze blijft ons verrassen……………..
{Mowl: leuk, hè?}
Wat, twee stukjes op één dag? Wat een verwennerij op de blog van Mowl…
{Mowl: foutje.}
Het allerleukste daarvan is nog wel dat peer en ik gereageerd hebben, 6 uur voor het stukje gepubliceerd was. Wellicht hebben wij dezelfde gaven als Billie?
{Mowl: zou ik met jullie alle drie getrouwd zijn?}
Ze zouden een standbeeld voor haar op moeten richten. Met mussen natuurlijk.
{Mowl: dat gaat ook vast nog wel gebeuren.}