Het was hartverwarmend op zich: die jongen (schatleeftijd: zeventien) met zijn oma (schatleeftijd: zeventig – het zou potdorie zelfs zijn overgrootmoeder kunnen zijn, bedenk ik me nu), aan de arm in de supermarkt. Zoiets kom je niet meer vaak tegen, vandaag de dag, dacht ik vooringenomen en ouwelijk.
“Waar zou u zin in hebben, oma?” vroeg de jongen (zie je wel: toch zijn oma). Oma keek niet eens om zich heen en hoefde zich niet te bedenken, al voortschuifelend aan de arm van haar kleinzoon.
“Ik zou me vanavond wel weer es flink willen bezatten.” zei oma.
[Kleinzoon grinnikte. Ik keek naar oma en zag dat ze geen grapje maakte.]
De advocaat is er goed voor…
{Mowl: dronken van de advocaat? Dat hoor je niet vaak. Dronken advocaten daarentegen.}
Citroentje met suiker?
{Mowl: ze was niet specifiek.}
Ik zie deze situatie helemaal voor me…
{Mowl: mooi. Dat bespaart me verdere beschrijvingen.}
Haha en daarna een toyboy er achter aan, of draaf ik nu door?
{Mowl: nee, ’t was Madonna niet.}
Lief, van beide kanten. En van jou, hoe je het opgeschreven hebt.
{Mowl: ik was dankbaar voor ’t aangediende onderwerp.}