Jongen in de trein van Amsterdam naar Arnhem. Met gsm.

-“Heej liefje, met mij. (…) Ja ik wilde je even horen. Ik mis je. (…) Ik zou het liefst meteen met je willen samenwonen, maar ja dat gaat niet. (…) In de trein. (…) ’t Is maar een weekje, dan zie ik je weer. (…) Ik hou heel veel van je. (…) Ik denk dat ik tegen achten thuis ben en dan ga ik je vreselijk missen. Kusjes!”

Jongen drukt een nieuw nummer in.
-“Heej schoonheid, met mij. (…) Ik heb nieuwe jeans gekocht. Met van die metalen ringen opzij. (…) Ja, ik ben vreselijk verliefd! Hij wil dat ik volgend jaar met hem mee naar Aruba ga. (…) Ja, maar zijn ouders weten nog van niks. Ik zeg tegen hem, ik wil wel mee gaan, maar niet als de ex-vriend van je ex-vriendin. (…) P’cies. (…) Daarom, dat zeg ik ook tegen hem. Ik ben ook vrees’lijk gek op hem. ’t Is echte liefde. Ik ken hem nu al twee-en-een-halve week en het is eindeloos. Maar ik ben toch al twee keer vreemd gegaan. Gek hè¿ God zeg, dat betekent toch iets? Toch?”