Fietser

De toekomst is het verleden dat zich omdraait in zijn slaap. Eric van der Steen

Als de wereld ontvolkt zou zijn, kon hij er zo uitzien: ik op een verlaten perron en ergens verderop een enkele fietser, die zich tegen de niet aflatende wind in worstelde. Hoewel het pas rond het middaguur was, toonde de lucht grauw en dreigend. Ik keek op de stationsklok: nog zeker twintig minuten voor er een trein zou voorrijden.

De leespaal piepte een enkele keer toen ik mijn treinkaart er voor hield. In de verte riep iemand: “Hé!” Terwijl ik mijn handen in de jas stak, herhaalde de roep zich. “Hé!” klonk het nog een keer. Ik keek rond.

Het was de fietser, die – dichterbij gekomen – zijn hand opstak. Ik kende de jongen niet, met zijn te kleine fiets, te grote broek en achterwaarts gedragen baseballpet waaronder dreadlocks vandaan kwamen. Hij zwaaide nog een keer.

“Fijne jaarwisseling, meneer!” riep hij grijnzend.

De mensheid leeft nog, dacht ik als hij wegreed.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.