![]() |
|
Toen ik bij de dierenarts pipetjes tegen vlooien en teken ging halen, had ik al een idee wat er zou gebeuren.
“Voor Pim, Mies en Zus?” vroeg de assistente argeloos geroutineerd op haar monitor turend.
“Nee, Zus niet meer.” zei ik. “Ze is verdwenen.”
“O?” Het meisje keek op. “Wat naar voor u. Heeft u ook de dierenasiels gebeld?”
Ik knikte.
“En de dierenambulance, de gemeentereiniging, de plantsoenendienst, noem maar op.”
Het meisje aarzelde even. Toen keek ze weer naar haar beeldscherm. Haar vingers zweefden besluiteloos boven het toetsenbord.
“Zal ik Zus er dan maar uithalen?”
Zwijgend knikte ik.
[Toen ik later de deur van de dierenarts achter me dichtdeed voelde ik me een verrader. Of nee, erger: alsof ik persoonlijk definitief haar weg terug had afgesloten.]
En de haan kraaide drie maal.
{Mowl: de rollen van Petrus en Markus zijn blijkbaar niet voor ons weggelegd.}
Nou maar hopen dat zus niet komt spoken omdat je haar gewist hebt.
{Mowl: niet ik, de assistente.}
neeeee niet de hoop opgeven hoor! 🙁
{Mowl: te laat.}
Op een dag komt ze weer die trap af. Misschien wacht ze tot zaterdag met haar showbizmoment. Songfestival.
{Mowl: ik geloof in het Songfestival, niet de terugkeer van Zus.}
Horrormoment…
{Mowl: bijna.}