Ik was notulist dit keer en deed wat notulisten zoal doen. Een collega zat rechts van me en keek af en toe op mijn notitieblok.
Tijdens een korte onderbreking stootte ze me aan.
“Is dat nou moeilijk,” vroeg ze, “dat steno?”
Ik keek haar even aan. Toen naar mijn krabbels. En toen weer naar haar.
“Da’s geen steno,” zei ik, “da’s m’n handschrift.”
[“Oh.” zei ze. Er was wat tijd nodig om de boodschap te verwerken. Dan glimlachte ze — ze had de juiste reactie gevonden. “Toch best knap, hoor”, zei ze, “dat je dat kunt lezen.”]
Ik notuleer altijd op de laptop. Zo blijft het ook voor mij leesbaar 😉
{Mowl: da’s ook een idee.}
Dus jij bent een hanepoot?
{Mowl: hanen. Met tweepoot.}
Mooi verhaal..!
{Mowl: ’t voelde anders op dat moment.}
Oh, peer was mij voor, want dat wat precies wat ik ook wilde zeggen!
(great minds think alike?) 😉
{Mowl: ja hoor.}
Notulisten gebruiken toch zeker van die kleine opname machientjes?
{Mowl: professionele misschien.}
Maar goed dat je blog niet handgeschreven is…
{Mowl: dan kwam d’r geen kip.}
ahahhaha!!!! Laat me raden. Schoonschrift was nooit een leervak vroeger op school? 😉
{Mowl: in Nederland wordt steeds meer geld en aandacht besteed aan de dingen die d’r toe doen. En onderwijs hoort daar niet bij.}
Tja, mijn handschrift is ook alleen leesbaar voor mezelf als ik notuleer
{Mowl: het verslag is dan ook telkens weer een verrassing voor iedereen.}
GOOD ONE !
{Mowl: wat je niet van de notulen kunt zeggen.}