|
“Goedemorgen. Ik heb ’n afspraak met de dermatoloog.” De assistente controleerde m’n ponskaartje met haar computergegevens. Dan reikte ze me ’t pasje terug aan.
“U mag in de wachtkamer plaatsnemen.” zei ze. En dat was precies wat ik deed. Zonder d’r bij na te denken, zoals meesttijds.
En zo ontdekte ik, dat ik voortaan niet meer met de rug naar de balie moet gaan zitten, waar van alles gebeurt, maar waar ik, om niet al te nieuwsgierig te lijken, niet steeds m’n hoofd voor wil draaien.
[’t Paar met ’t Gronings accent, dat tegenover me zat, had ’t wat dat betreft beter bekeken. Ik probeerde aan hun reacties af te lezen wat voor spannends ik allemaal miste. Maar ik had weinig aan ze. Gronings, hè.]
Misschien toch eens meerdere talen leren?
{Mowl: krijg ik dan ogen in m’n rug?}
Wat doen groningers in jouw ziekenhuis?
{Mowl: zorg zoeken, neem ik aan.}
Ik begrijp niet waarom de stoelen in zo’n wachtkamer niet in een halve cirkel rondom de balie staan opgesteld. En waarom er geen drankjes en hapjes worden geserveerd. Hoog tijd dat de gezondheidszorg wat commerciëler gaat werken.
{Mowl: is klantvriendelijkheid ook al commercieel?}
Ik hoop dat ze dat van de wachtruimtes nooit gaan reorganiseren in ziekenhuizen, nooit. Als ik dan toch een uur moet wachten, dan wil ik wel genieten van alles wat er achter, op en rond de balie gebeurt.
En van ’t Gronings begrijp ik ook gene ene suikerbiet.
{Mowl: zijzelf ook niet, geloof ik.}
Face against the wall and listening to
an unintelligble dialect .
Give those two facts to a hundred people
to work out what’s going on
and at least 99 would say :
” Kidnapping “.
{Mowl: nou je ’t zegt.}