|
Ik was woest.
De jaarlijks terugkerende Sonsbeek Avenue, de kleine Parade, die verzameling bontgekleurde anarchistische artiesten, die elke zomer weer hun theater maken in het mooiste park van Nederland, was commercieel geworden.
Waar eerst een vegetarische gaarkeuken de meest fantasierijke happen serveerde — sommige totaal oneetbaar, maar altijd ideëel — stond nu een tent van het restaurant van een groot warenhuis. Hoe kon dit bestaan!
Wokhapjes! Smoothies! Saucijzenbroodjes!
Wilde rijst wilde ik. Tofoe. Bonen. Geserveerd met een vinger in de prut, maar met een lach die gemeend was.
Gelukkig was er Sven. Sven Ratzke.
Zucht.
[Voor een paar euro konden we genieten van één van Europa’s beste artiesten. Ach, als dat het gevolg is van commercie vreet ik wel een fruitbakje.]
Ah, dus volgend jaar kunnen we er ook een tijdelijke Mc Donalds vestiging aantreffen?
{Mowl: whaa!}
Maar wie wil je nu precies neuken als de beesten?
{Mowl: ik niet, Sven.}
je wordt ouder papa!
{Mowl: ouder, maar niet beter.}
Het is abject. En dat jij daar onder druk van Sven nog aan toegeeft, stemt helemaal droevig.
{Mowl: voor Sven zou ik zelfs jou verloochenen.}
Tofu is al járen uit, evenals de zelffeliciterende kliek die dit festival al jaren in stand houdt. Je gaat toch niet serieus in een tochtige tent cultureel lopen (zitten) doen als tweeverdienende Burgemeesterwijk-bewoners?
{Mowl: goed om te horen dat we niet in de maat lopen.}
Gelukkig ben je gemakkelijk omkoopbaar uhh… flexibel bedoel ik… 🙂
{Mowl: ik heb een ruggengraat van rubber.}
en Sven is inderdaad geweldig, althans, dat hoor ik altijd van MissD. Ze is helemaal wild van hem. Maar dat zullen jullie ook wel gehoord hebben denk ik
{Mowl: we hebben MissD niet gezien. Of gehoord. Maar ik heb dan ook geen idee wie ze is.}