|
“Verdorie, niet weer hè!” viel bijna als een vloek uit Brrrrs mond.
We hadden een zowaar leuke dag gehad in Amsterdam en waren net de trein ingestapt die ons via een ruime omweg – want werkzaamheden aan het spoor – terug naar huis moest brengen. De harde woorden ontsprongen toen we gingen zitten.
“Wat?” reageerde ik. Brrrr reikte in de gleuf van de bank en haalde er een mobieltje uit. Hij keek me aan.
“Je moet een gevonden voorwerpen-bureau beginnen.” zei ik.
[Noodgedwongen beschadigden we de intimiteit van het toestel en achterhaalden de eigenaresse. Ze was ons eeuwig dankbaar, zei ze, waarna ze kon aansluiten in de rij.]
Hoe lang duurt eeuwig tegenwoordig?
{Mowl: ze is ons alweer vergeten, schat ik in.}
Misschien moet je d’r ’ns bellen dan.
{Mowl: en dan?}
vragen of ze je nog kent natuurlijk!
{Mowl: en dan?}
Mocht je de zin van het leven ooit tegenkomen…
{Mowl: dan hou ik ’m zelf.}
Zit Brrrr altijd tussen de kussens van de bank te graaien? Zal jullie een hoop kleingeld opleveren!;-)
{Mowl: dat valt vies tegen.}
Wat zal ik nu eens kwijtraken????
{Mowl: dat droogrek?}
Ik ben mijn zonnebril kwijt, kunnen jullie die ook even vinden aub?
{Mowl: geen probleem.}
Not even a bottle of wine this time ?
{Mowl: een heel lief kaartje.}