Indische dagen (iv)

thomas
Zeker, het zaligst is te blijven wiegen in de wellust der herinneringen. Maar zo leeft men niet voort, zo dommelt men gedachteloos in. Louis Couperus (1863-1923)

Achteraf gezien was ’t ook veels te druk, dat Scheveningen. En dat hadden we kunnen weten.

De trams d’r naartoe waren Japans-vol, daarom. Maar even verder wachtte ’n tuktuk, dus. En de chauffeur wilde ons wel rijden, vandaar.

Thomas heette die, onze chauffeur. En hij was directeur. Dat lazen we tenminste op ’t kaartje dat ie ons gaf.

“Tukkie.” zag ik. “Geinig.” vond ik. Thomas grijnsde met me mee. Maar dan grijnsde ie toch al de hele weg lang. En gaf ie intussen z’n kaartjes aan iedereen naast wie we even moest halthouden.

De tweetaktmotor tukte, de transistorradio hiphopte, de zon scheen en de wind streelde. Wie zou d’r niet grijnzen? Wie zou d’r eigenlijk nog in ’n tram willen?

[Nou, wij dus, bijvoorbeeld, toen we in de badplaats arriveerden. Veels te druk, zei ik al. En jaha, dat hadden we kunnen weten.]

Standaard

7 gedachten over “Indische dagen (iv)

  1. Het Scheveningse strand? Ik had niet verwacht dat jullie je überhaupt tussen dat ordinaire volk wilden begeven.

    {Mowl: ’n misrekening onzerzijds.}

  2. Possum schreef:

    Just curiosity,
    what is correct
    and what is wrong ?
    Veel te druk ,
    veels te druk.

    {Mowl: ik citeer — “In de uitdrukking veels te groot wordt veel een ‘substantief genoemd met een s in den genitief.’ Ik meen, dat veel in deze en dergelijke uitdrukkigen eer adverbium dan substantivum is. Ook schijnt de s alleen welluidendheidshalve ingevoegd. Niemand toch zal zeggen: weinigs te groot, waar anders dezelfde genitivus zou moeten bestaan. Daarentegen hoort men dikwerf als te groot, als te veel enz. voor al te groot, al te veel, waar dus de s tusschen dezelfde letters, l en t namelijk, ingevoegd wordt, om de uitspraak gemakkelijker te maken, ‘k Voeg hier nog bij, dat het gemelde veels niet alleen in den mond onzes volks, maar ook bij onze schrijvers voorkomt. Zoo leest men in costers Ifigenia, 29: veels te veel. Vondel, Helden Godes, 28: veels te sterck. Bekker en Deken, Will. Leev. III. 309 en VII. 125: veels te veel. Ja nog bij Feith, Werken, VII. 187: veels te duur, en VIII. 47: veels te kleen.” uit: De Taalgids, eerste jaargang (1859), bladzijde 86.}

    • Ik denk dat het toevoegen van de ‘s’ na ‘veel’, ook een typisch Nederlands iets is. Hier in België is het allesinds geen gebruik. Ik hoorde het pas gebruiken toen ik mijn man (een Nederlander) leerde kennen

      {Mowl: zo schrijven wij weer
      alleszins. Gek hè?}

      • Ik denk dat ‘alleszins’ ook de enige correcte schrijfwijze is.
        Wij (Vlamingen met een dialect) zeggen het gewoon fout en denken dan dat je het ook zo moet schrijven.
        Misschien komt het omdat het uitspreken van alleszins, in mijn dialect bijna automatisch met een d wordt gezegd. Heb ik je al eens verteld dat Nederlands, nooit mijn beste vak is geweest?

        {Mowl: ’t was me niet opgevallen.}

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.