Ik stond bij de deur van de trein, achter de jongen met sluik, halflang haar. Ik snoof zijn geur op.
Ontuchtige gedachten daagden zowat direct. Gedachten waarin ik zijn broek opengespte en afstroopte en dan niet nader te noemen maar zeer zondige handelingen met het aldus ontblote onderlijf verrichtte (terwijl de bovenkant niet onberoerd zou blijven).
Maar in plaats van zalig zedeloos te zijn snoof ik slechts zijn geur op.
Want je doet in de regel niet wat je denkt. Niet in de trein, tenminste.
[Wat zou impliceren dat ik hem bij het verlaten van de coupé alsnog genadeloos zou hebben geconsumeerd. Maar helaas. Een goede opvoeding kan soms ook een sta-in-de-weg zijn.]
De keren dat ik iemand in gedachten om zeep help… Gelukkig dat ik bij denken alleen blijf 😉
Ow, en zo nu en dan mannen die voorbij lopen bestudeer of ik in ze omhoog kan kruipen… De gedachten daaraan zijn trouwens een stuk leuker dan de werkelijkheid…
{Mowl: omdat de werklijkheid ’n stuk beschaafder is, neem ik aan?}
Van hem zou ik ook zulke gedachten krijgen. Gedachten dus alleen.
{Mowl: ook daarom kun je moeten branden.}
Daarnaast zat je waarschijnlijk ook in een stilte-coupé.
{Mowl: welnee. En zelfs tweedeklas. Van A naar Z is d’r niks anders.}
Bij safaripark De Beekse Bergen mag je sinds 1 augustus niet meer met ontbloot bovenlijf naar binnen. Over ontblote onderlijven wordt niets gezegd.
{Mowl: zou, euhm, ach nee.}
Ga je het testen?
{Mowl: krek. Dat bedoel ik.}
Het aanschouwen van zo’n ragazzo inspi
ereert me altijd erg om weer in te gaan tot de jongens die ik wel beken.{Mowl: ach — dromen, dromen.}
Er zijn minder reële dromen in mijn bestaan.
{Mowl: aan m’n hele bestaan is niks reëels te ontdekken.}
Was Reve your uncle ?
{Mowl: nee en ik kook ook beter.}