Miesje lag al op bed toen ik de slaapkamer opkwam. Zodra ik het dekbed over me heen had getrokken sprong ze met een kort kreetje naast me op het hoofdkussen. Ik spiekte in het nachtlicht naar de bejaarde kat.
Ze zou me nu aan flarden kunnen scheuren, dacht ik, terwijl ik haar stevige klauwen bekeek. Maar zelf leek ze geenszins van plan haar nagels uit te slaan en een bloedbad aan te richten. In plaats daarvan had ze de ogen zedig neergeslagen en was ze met het stampen begonnen, vergezeld door een almaar luider wordend spinconcert. Haar volledige overgave ontroerde me. Er was geen sprake van twijfel over het nut van haar voethandelen of de noodzaak van haar monotone keelmuziek.
Wat moest dat moest.
[Evenzogoed heb ik haar van het matras afgeduwd toen ik ook eens wilde slapen.]
Poezen weten niet precies wanneer ze hun eigenwijze handelingen stilzwijgend moeten verrichten.
{Mowl: dat houdt eigenwijs ook in.}
Die foto is schitterend! Ik val niet op bejaarde dames, tenzij het poezen zijn.
{Mowl: die ruiken ook minder.}
Poezen geven ook een stuk minder uit, trouwens….
{Mowl: ze slapen voornamelijk. En eten en poepen.}