|
Achteraf bezien had de man van de kassa me al een beetje vreemd aangekeken.
“Eenmaal toegang, meneer?” had ie nadrukkelijk gevraagd. Vrij overbodig, want ik was alleen. En omdat ik me verveelde had ik me bedacht om es het Watermuseum te bezoeken. Het stond er immers toch.
Binnen was er van alles te zien met water. Kinderen speelden er volop met allerlei stellages, kinderen maakten gigantische zeepbellen, kinderen drukten er op knopjes, kinderen draaiden aan wielen, kinderen, kinderen, kinderen.
Ineens zag ik de suppoosten naar mij, de enige volwassene onder de bezoekers, kijken. En de bewakingscamera leek plotseling naar mij gedraaid. Zelfs de grote mammoet in de zaal hield me in de gaten, zo scheen.
Het was mijn kortste museumbezoek ooit.
[Wat an sich natuurlijk weer extra verdenkingen op mij laadde. Een respectabel mens zonder bijbedoelingen had zich natuurlijk nergens wat van aangetrokken.]
Wie verwacht er nou kinderen in een watermuseum? Ik had op Willem-Alexander gerekend.
{Mowl: en ik op Brad Pit.}
Eerst die theatervoorstelling met al die kinderen, nu het museum. Ik zou er bijna wat van gaan denken…
{Mowl: nee, nee, heus niet! Echt niet!}
Ohjee, Michael Jackson toestanden? 🙂
{Mowl: nee, ik heb mijn neus nog.}