|
De Haagse chausseur keek me onderzoekend aan.
“Pardon?” zeidie, alsof ie me niet goed had gehoord.
“Veters.” herhaalde ik. “U vergeet de veters.” De man blikte ingehouden wanhopig naar z’n collega, die gelukkig ’t misverstand onderkende.
“Dit model heeft geen veters.” zei ze beleefd. “De gaatjes horen bij ’t design.” Ze keek me afwachtend aan. De schoenverkoper draaide ook naar mij. ’t Was duidelijk: nu moest ik reageren.
“O.” zei ik. “Natuurlijk. Dat weet ik ook wel.” Ik probeerde ’n uitweg te bedenken. “Ik wil gewoon veters.” zei ik. “Voor ’n ander paar schoenen.” Ik knikte. “Schoenen met gaatjes.” (’t Ging goed.) “Voor veters.”
[De man knikte en probeerde niet naar de verkoopster te kijken toen ie naar de veters reikte. “Welke lengte, m’neer?” vroeg ie. Verdorie, dacht ik.]
Mooie schoen!
Alhoewel ik er wel zou moeten aan wennen dat er geen veters inzitten.
{Mowl: d’r valt niks te knopen, nee.}
Handig voor als je wordt ingerekend.
{Mowl: is Wilders al mp dan?}
Nu had je jezelf zo hip kunnen tonen. Klittenband is the way to go.
{Mowl: of elastiekjes.}
Design? In tijde van recessie ziet dat er uit als ‘armoede’.
{Mowl: in tijden van recessie is armoede design.}
Dan maar geen design.
{Mowl: och, als ’t betaalbaar is.}