Collega J was weer terug van vakantie. Voor de vorm en de beleefdheid informeerde ik naar zijn bevinden.
“We gingen eerst naar Denemarken.” zei hij. “Ken je dat, Denemarken?” Hij wachtte niets af. “We wilden per se naar Lolland. Want zeg nou zelf, met zo’n naam moet het er wel helemaal geweldig zijn.” Ik kreeg een angstig vermoeden waar het gesprek heen zou gaan. J schudde zijn hoofd. “Nou lollig was het helemaal niet. Nog nooit zo’n dooie boel meegemaakt.”
Ik smuilde voor goed fatsoen en probeerde weer verder te gaan met de dingen te doen die ik eigenlijk moest doen.
“Dus zijn we toen maar weer teruggereden.” ging hij hoe dan ook verder. “Via Glückstadt.” Breed grijnzend schudde hij zijn hoofd. “Nop.”
Ik glimlachte, maar kon een zucht niet onderdrukken.
[Wat was ik blij dat hij niet was doorgereden naar Leuk, Raar of Tranendal.]
Sommige mensen vinden Eindhoven het einde.
{Mowl: ik ook. Beter niet aan beginnen, dus.}
Of meer beeldende vakantieverhalen uit Reet, Waspik of Stampersgat.
{Mowl: en ga zo maar door.}