|
Soms is ’t lot mild.
Als ’t op jongens aankomt — en ’t komt uiteindelijk altoos op jongens aan — ben ik ongetwijfeld wuft te noemen. De aanmelding van de wonderschone Thomas en Pieter als bediening bij de opening van Brrrr’s winkel had dan ook zomaar door mij bedacht kunnen zijn. Maar de jongens kruisten onze wegen, of liever: die van Brrrr — want hij gaat over de jongens, in dit geval.
Dus liepen ze die zondag met de drankjes en de glazen, brachten bitterballen van zwezerik of kreeft rond en ruimden de vuile vaat weg, wanneer dat weer nodig was.
“Kunnen jullie ’t allemaal aan?” vroeg ik zorgzaam.
“Vandaag doen we alles voor jullie.” lachten ze.
[Van welk aanbod ik geen gebruik maakte. Soms is ’t lot ’n beproeving.]
Wuft, dat is zo’n woord dat ik wel ken, maar de betekenis ervan is me een beetje onduidelijk, hoewel ik natuurlijk wel weet in welke hoek ik het moet zoeken.
Gelukkig ligt dat niet aan mijn beheersing van het Nederlands (is namelijk mijn moedertaal) maar aan het woord, want de woordenboeken hebben er ook moeite mee. http://www.encyclo.nl/begrip/wuft
{Mowl: ik hou ’t op de Dikke.}