Van hot naar haar

Rechts is toch de kant van de koudwaterkraan. GodeLiva Uleners

Het was een experiment, had ze gezegd, voordat T. haar rechterwang aanraakte.

“Je hebt hier een vlekje,” zei ze. Ik taste, haast vanzelf, naar mijn rechterkant. T. keek verrast.

“Dat doet mijn man ook,” zei ze, “in plaats van andersom.”

“Andersom?” vroeg ik, “Hoe doe jij dat dan?” wilde ik weten.

“Andersom,” zei ze, en tikte de andere wang aan.

Ik knikte. Natuurlijk. Dat sprak vanzelf.

“Alsof je in een spiegel kijkt,” begreep ik. “Jouw rechts is mijn links. Zoiets.”

“Als in een spiegel,” beaamde T., “ja, precies.”

“Toch voelt dat raar,” vond ik.

“Wacht,” zei T., “experiment.”

Er kwam net iemand anders langs. Iemand die T. kende en haar taal sprak. Samen hadden ze het over hetzelfde, denk ik. Ik kon het niet verstaan. Zij wees opnieuw naar haar wang, de ander naar de tegenovergestelde kant bij zichzelf.

“Zie je wel,” zei T., “jullie doen het hier allemaal verkeerd.”

Standaard