Afgewimpeld

De enigen die een standbeeld verdienen zijn zij die er geen nodig hebben. William Hazlitt

We hoefden geeneens weit weg, het moest niet per se Brussel zijn of Berlijn – zelfs Kleef of Elten was al buitenland genoeg geweest, maar Pruisen schijnt levensgevaarlijk te zijn, dit jaar.

Het nakende reces dreigt geen vakantie te worden.

Het is geen ramp, in de tijd gezien – welja, een kleine dan, hooguit. Mijn oma zaliger verkreeg een eeuw geleden in haar dienstbetrekking bij een Haagse minister twee verlofdagen per jaar. Elke kerst weer.

Dus waarom zou ik klagen?

Collega F. opperde dat deze beperkingen vermomde zegeningen waren: “Je kunt nu de laatste dozen uitruimen en het huis een goede beurt geven.”

Het moest een gelukkige gok zijn geweest: ik zou hem er de noodzaak van nooit hebben verteld.

Ik knikte ietwat onbestemd, gewoon uit eenvoudige beleefdheid. Tegelijk had hij iets gewekt wat we misschien mijn antropologische belangstelling zouden kunnen noemen.

Inderdaad, dacht ik, dat is wat andere mensen doen, opruimen.

Standaard