De wat oudere man was me nog maar net beginnen te vertellen over hoe lastig het was om een geslachtsnaam te veranderen, toen een andere – ook wat oudere – man zich ertussen mengde. Of eigenlijk begon hij ineens zijn eigen gesprek, over een ongeluk dat hij de dag ervoor had gehad tijden een fietsvakantie.
Net toen de Onderbreker wilde beginnen met de bijzonderheden over de bijna-aanrijding met een (volgens hem) bijzonder goed uitziende dame, besloot mijn oorspronkelijke gespreksgezel dat het genoeg was geweest.
“Ik moet verder.” mompelde hij – waarna hij omdraaide en wegliep. De Onderbreker stokte.
“Vertrek je zomaar?” riep hij hem na. “Als je maar niet denkt dat ik het je ooit nog vertel.” Hij keek me verontwaardigd aan.
“Wat een eikel.” gromde hij. Dan glimlachte hij. “Goed, waar was ik gebleven.”
[Ik zweeg, want ik had niet echt opgelet. Ik had niet verwacht dat er iemand naar zou vragen.]