“Je moet dat zadel hoger zetten.” zei de lange man toen ie me voorbijfietste. Ik schrok — ik had ’m niet verwacht. ’t Liefst had ik ’m toegebeten zich met z’n eigen zaken te bemoeien, maar daarvoor was ik te beschaafd.
“Bedankt voor de tip.” zei ik allervriendelijkst. Ik glimlachte zelfs. De man nam daarmee geen genoegen.
“Dan sta je hoger op de pedalen.” zei hij terwijl hij nog net mijn voorwiel wist te ontwijken.
“Bedankt voor de tip.” zei ik nog maar een keer in de hoop dat ’t daarmee gedaan zou zijn.
“Dat merk je wanneer je een heuvel op moet fietsen.” moest de man nog kwijt. Ik had moeite z’n achterlicht niet te raken.
“Be. Dankt. Voor. De. Tip.” Ik hoopte dat ik ijzig en afschrikwekkend genoeg klonk.
“Fietsen is zo veel minder vermoeiend.” vervolgde de man. Ik trapte vol op de rem.
[“Kijk uit je doppen, eikel!” riep de achteropkomende fietser woedend. “Bedankt voor de tip.” mompelde ik.]
Je kunt beter over je fiets… ach, laat ook maar.
{Mowl: soms kun je beter niks zeggen.}
Heb je dan heuvels in Nederland? 🙂
{Mowl: vooral verkeersheuvels.}
Haha, sommigen weten niet van ophouden
{Mowl: hoogst irritant.}
Maar hij had wel gelijk…
{Mowl: ik haat gelijkhebbers.}
It wouldn’t harm you
to follow up a good advice.
{Mowl: ’t gaat ook om de manier waarop ’t wordt gebracht.}