We hadden die dag de sleutels van ons nieuwe appartement gekregen. En daarom zaten we allebei, die avond — ik voor ’t derde, Brrrr voor ’t eerste raam — op ’n tuinstoel, naar de wandelende mensen op straat te kijken. En moest ik denken aan m’n eerste wasmachine. En hoe ik ’n avond lang door ’t ruitje naar de draaiende trommel keek. Net zoals ik nu naar de wandelende mensen buiten op straat keek.
Zou Brrrr dat nu ook hebben? dacht ik. Ik vroeg ’t beter niet. Niet nu. Woorden stoorden nu. Nu moesten we enkel zitten en kijken. En soms ’n slokje wijn.
Net als toen, dacht ik.