
Er werd gegymnastiekt op de televisie.
Lenie haalde koekjes en koffiemelk uit de koelkast.
“Er zijn nog speculaasjes in de trommel,” riep ik over het geluid van de tv heen. Ze hoorde het niet en haalde ook krentenbrood tevoorschijn.
“Wil je soms wat?” vroeg ze, “Het is lekker, hoor.”
“Dankuwel,” riep ik, “ik neem wel een speculaasje.”
Lenie liep weer terug naar haar stoel.
“Pak maar wat melk,” zei ze.
Ik opende een cupje en schonk het in haar mok.
“Normaal zie ik u nooit koffiemelk gebruiken,” riep ik.
“Dat neem ik altoos,” reageerde ze, “Hoef jij niks?”
Ik schudde mijn hoofd.
“De koffie is goed zo,” riep ik. Ik nam het deksel van de koektrommel en haalde er twee speculaasjes uit. Eentje legde ik op het schoteltje van Lenie.
Mijn blik dwaalde af naar de televisie. Lenie zag dat ik keek.
“Foei, wat staat dat ding hard,” zei ze.