Perspectief

Ik houd erg van een mooi uitzicht buiten, maar ik moet er iets bij te drinken hebben. Willem Kloos

“Je ziet het museum vanaf hier.”

We waren van plaats gewisseld. Je kunt nog zo voornemens zijn geen gewoontes in een relatie te laten slijten, op den duur – zo merkten wij althans – lijkt dat onvermijdelijk. De één kookt, de ander wast en geen van beiden ruimt op.

En zo hebben we ook elk onze eigen zitplaats.

“Wanneer jij niet thuis bent, ga ik soms op jouw plek zitten,” zei Lief.

“Ik ook,” keek ik verrast.

“Dan blikt het toch anders.”

We moesten allebei glimlachen om deze wederzijdse aveu. Het was een buitengewone waarneming, als keken we door malkaars ogen. De wereld, zo vertrouwd en gekend, veranderde, simpelweg door van zitplaats te wisselen.

Het voelde als iets speciaals, een traktatie welhaast, dus mocht het ook niet duren.

“Dit moet ongeregeld blijven,” verstonden we instemmend, “om bijzonder te blijven.”

Als de ene weg is, bijvoorbeeld, om als de ander te kunnen zien.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.