De moeder van A – schoolvriendje en één van de bollebozen van de lagere school; hij is later advocaat geworden, maar dat hoeft geen oorzakelijk verband te hebben – had een granaatscherf in haar been. Dat vond ik reuze spannend. Als ik bij A thuis was keek ik vaak naar het been van zijn moeder. Ik vroeg me af of dat nog kon ontploffen.
Thuis wisten ze weer dat de vader van A een schuinsmarcheerder was, die wel eens wat met zijn secretaresse had gehad. Maar dat haalde het, in mijn ogen, niet bij die granaatscherf.
Kortgeleden sprak Moeder de moeder van A weer en hoorde dat A een twintig jaar jonger meisje had bezwangerd. Of het zijn secretaresse was geweest, wist Moeder niet.
Dat vond ik nou jammer.
[Na al die jaren was het been van de moeder van A trouwens nog steeds niet ontploft. Ik ben bang dat dat nu ook niet meer gebeuren gaat.]
Heel leuk stukje! Kon het me zo inbeelden.
{Mowl: staat jouw been ook op ontploffen?}
😉 eerder mijn geduld
{Mowl: daar geloof ik niks van.}
Maar er zijn ondertussen wel de nodige relaties opgeblazen?
{Mowl: als ’t goed is wel.}
P. was toch de bolleboos?
{Mowl: ook. Nu is ie vooral bekend van radio, televisie en Twitter.}