Gekleurd

Herinneringen en wolken veranderen vlug van vorm. Jacques Deval

Over de kapper gesproken: daar was A. dus, die ik trof bij de koffiemachine. Ze begon er zelf over, over de kapper.

“Iedereen gaat maar,” zei ze – en ze klonk geveinsd wanhopig, “dus ik heb ook maar een afspraak gemaakt. Maar ik ga eigenlijk nooit. Ik zou niet weten wanneer ik voor het laatst ben geweest. Jij ziet er trouwens goed uit.”

“Dankjewel,” ontving ik, “jij ook. Maar wat zoek je dan bij de kapper, als je daar nooit komt?”

Ze duwde haar opgestoken haar recht. Ze had er heel veel van, schatte ik, dat ze volgens mij gewoonweg elke dag omhoog draaide en vastbond. Er was stellig veel te knippen, dacht ik, maar ik wist niet of in haar geval minder ook beter zou zijn.

“Geen idee,” zei ze, “misschien een kleurtje ofzo?”

Ze zuchtte toen ze mijn gezicht zag.

“Ik weet het,” zei ze, “zal ik maar afbellen?”

Standaard