Gelachen

Waarom groeit troost niet aan de bomen? Waarom druppelt balsem niet uit de oorschelp van een vrouw? Hugo Camps

Zij had haar horen lachen.

“Ik hoorde haar lachen,” zei ze.

Ze had het over haar zus. Die had ze horen lachen, maar die was dood, dus dat ging niet.

Ze waren als een tweeling geweest, misschien wel meer dan een tweeling, dus toen de zus stierf was het ook net alsof ze zelf een beetje dood was gegaan. Of nog erger: dat ze alleen was achtergebleven, in plaats van mee doodgegaan. En het was nog niet eens zo lang geleden. Maar toch was ze dood, dus dat ging niet. Dat ze haar had horen lachen.

“Maar toen was ik het zelf,” zei ze. “Dat hoorde ik ineens. Dat ik het zelf was die had gelachen. Voor het eerst hoorde ik dat ik net zo klonk als zij.”

Ze keek me even aan.

“Gek toch,” zei ze, “dat ik nooit eerder had gehoord dat ik net zo lachte als zij.”

Standaard