In gelid

pony's

Ook domheid heeft haar eergevoel: Ze verzet zich zelfs veel heftiger tegen spot dan ondeugd tegen berisping. Want de ondeugd weet dat de kritiek gelijk heeft, maar domheid gelooft daar niet aan. Karl Kraus (1874-1936)

“Hé!”

’n Hindoe­staanse man sprong op van ’t terras en stak zijn hand ver­manend wijzend uit naar de Marok­kaanse jongen die net z’n pasje in de geld­automaat wilde stoppen. Achter hem stond ’n rij van ’n man of tien. De jongen staakte voor­eerst z’n handeling.

“Je moet op je beurt wachten!” gebood de man. De jongen duwde z’n kin omhoog.

“Waar bemoei je je mee, ouwe?” daagde hij uit. ’s Mans hand wees langs de rij.

“Deze mensen stonden d’r al voordat jij kwam. Jij gaat aansluiten, net als ieder ander!” Het was duidelijk — dit was geen verzoek, dit was ’n gebod. De man vertrouwde op ’t effect van zijn eigen autoriteit en ging alvast weer zitten.

[En zowaar. De jongen deed ’n stap opzij en liet de eerstvolgende aan de beurt. En toen die die daarna kwam. En nog één. Tot de rij gehalveerd was. Toen liep ie weg. En geen van de wachtenden had al die tijd ’n woord gezegd.]

Standaard

6 gedachten over “In gelid

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.