De schrijvers van de krant stonden voor mijn deur – net als in de promotie op tv. Alleen: ik herkende ze niet. Omdat ik dat sneu vond, vroeg ik ze allemaal maar om een autogram. Toen ik wakker werd verkeerde ik in een zichtbare staat van fysieke opwinding. Het was een wat verwarrende situatie, ook voor mijn lief die ik vertelde van de droom. Hij keek bedenkelijk.
“Dus jij droomde van een krant?” wilde hij nagaan.
“Ja.” zei ik.
“En toen gebeurde dit?” Hij wees naar het intussen alweer afnemende bewijs. Ik knikte.
“Mmm.” aarzelde hij. Dan nam hij een besluit.
“Misschien moeten we toch maar een proefabonnement nemen.” zei hij.
Ach, als je lief een keertje geen zin heeft, geeft ‘ie je mooi een krant.
Geen zin? Hahaha!
Bespaar me de details René….
Wees niet bang Paul, zo goedkoop ben ik niet.
Gelukkig heb je niet zo’n beeldende manier van schrijven. Grinnik.
Ik laat graag nog wat te fantaseren over.