|
Tante kreeg condoleance-bezoek. De vriendelijk ogende man kwam zijn deelneming betuigen met het overlijden van oom Henny.
Gelaten luisterde tante naar de loftuitingen. Zo nu en dan wisselden een glimlach zich af met een opwellende traan. De herinneringen zijn nog vers – te vers.
De gast verhaalde over ooms verenigingsleven, zijn liefde voor muziek, de mensen die ze samen hadden gekend. Tante luisterde.
Na enige tijd drukte de man tantes hand en nam afscheid. Tante bedankte hem vriendelijk voor diens komst.
“Kom nog eens aan.” zei ze. De man beloofde het.
Toen ze hem had uitgelaten keerde tante terug in de woonkamer. Ze ging zitten op de stoel, de handen op het tafelkleed gevouwen.
“Henny had altijd zo’n hekel aan die vent.” zei ze peinzend.
[Soms is het beter dat je niet weet hoe er over je gedacht wordt. Dit was zo’n situatie.]
Ja, soms kun je het inderdaad beter niet weten.
{Mowl: dat zeg ik.}
Ik durf het bijna niet te vragen…
{Mowl: hier mag alles.}
Tja.. hij komt toch maar even naar Tante toe… heeft misschien ook wel zijn redenen.
{Mowl: ja, troost bieden denk ik. Wat jij?}
ik moet er eigenlijk alleen maar hard om lachen…ik zie het helemaal voor me.
{Mowl: het kan ons allemaal gebeuren.}