De jongen legde zijn hand op het raam van de coupé – het meisje op het perron, zijn meisje dacht ik, zette de hare aan de andere kant. Ze mimeden hun liefde voor elkaar.
“Nog twee minuten,” zei de jongen. Hij zei het zacht, of op gewone spreektoon dan toch, maar het meisje verstond hem, zo leek het. Ze zei namelijk iets terug, wat de jongen deed glimlachen. Hij begreep haar. Ze spraken zoete woorden en hoorden elkaar door het glas heen.
Het fluitsignaal weerklonk en de trein zette zich in beweging.
Daarmee kwam ook de onvermijdelijke breuk dichterbij, al was dat aan de woorden niet te duiden. Het geluidsniveau bleef gelijk, ook toen de handen het venster moesten loslaten en het oogcontact werd verbroken. Toen de jongen zijn hoofd draaide om haar na te kijken zag ik het draadje uit zijn oor leiden naar zijn broekzak.
Liefdesondersteunende techniek, dacht ik.
René, wat schrijf je toch geweldige verhalen. Zó uit het leven gegrepen. Prachtig!
*bloos* (maar je hebt wel gelijk.)
Haha leuk! Afscheid nemen op een station spreekt toch vaak tot de verbeelding!