Het meisje dat door het snoepgoed in de bakken bij de kassa aan het woelen was, heette Hazel. Dat kon iedereen horen toen de moeder haar toeriep terwijl ze de boodschappen op de loopband zette.
“Je weet dat je met je oogjes moet kijken en niet met je handjes, Hazel.” zei ze. Ze sprak rustig, maar met zoveel nadruk dat ik begreep dat er al veel gebeurd moest zijn, die dag, en dat er niet veel meer bij kon.
Hazel hoorde dat allemaal niet – ze deed tenminste niet de moeite om te reageren, maar graaide gewoon door. Haar moeder zette met kracht een pak suiker op de band.
“Wat heb jij niet begrepen, Hazel?” snerpte ze.
Hazel keek niet op, maar duwde haar handen alleen maar nog dieper in de bak.
“Ik wou dat Sinterklaas al weg was,” zei ze – fluisterend maar beheerst ingehouden. “dan hoefde ik niet meer lief te doen.”
Mooi! Je bent altijd erg oplettend, René. Fijn om jouw observaties te lezen.
Soms is het bijna onmogelijk om dingen niet te zien.
It is not clear to me, whether Hazel, or her mother uttered the last bit .
Hahaha! Dat had ik nog niet zo bekeken.
Veelzeggend!